Wijzigingswet Wet op de inkomstenbelasting 1964, enz. (belastingplan 1993)
Artikel XII
1
Halfzware olie, gasolie en lichte stookolie, als bedoeld in artikel 27, eerste lid, onderdeel c, van de Wet op de accijns, die bij de aanvang van 1 januari 1993 aanwezig zijn in of in vervoer zijn naar een opslagplaats, zijn onderworpen aan een heffing van f 11 per hectoliter bij een temperatuur van 15 °C.
2
Aan de heffing zijn niet onderworpen halfzware olie, gasolie en lichte stookolie als bedoeld in het eerste lid:
a
die aanwezig zijn in een entrepot, een plaats voor tijdelijke opslag of in een accijnsgoederenplaats, dan wel in vervoer zijn daarnaar toe;
b
waarvoor een vrijstelling geldt.
3
Onder opslagplaats wordt verstaan elk gebouw of terrein waar halfzware olie, gasolie en lichte stookolie als bedoeld in het eerste lid voor commerciële doeleinden voorhanden zijn. Opslagplaatsen in gebruik bij een zelfde persoon worden te zamen als één opslagplaats beschouwd.
4
De eigenaar van de in een opslagplaats aanwezige of daarnaar toe in vervoer zijnde halfzware olie, gasolie en lichte stookolie als bedoeld in het eerste lid is gehouden uiterlijk 7 januari 1993 aangifte te doen van de hoeveelheid van de aan de heffing onderworpen halfzware olie, gasolie en lichte stookolie.
5
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de aangifte.
6
De belasting is verschuldigd door degene die is gehouden tot het doen van aangifte.
7
De heffing blijft achterwege indien de te heffen belasting niet meer bedraagt dan f 200.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.